Steeds meer werk

IMG_0238Als je een oud schip hebt, krijg je er bij elke klus een nieuwe klus gratis bij. Ik wilde de voetlijst vernieuwen. Da’s niet zomaar de oude er afschroeven en de nieuwe er weer op.  Onder de oude voetlijst zaten oude boorgaten die ik eerst met epoxy heb afgewerkt. Nieuwe voetlijst betekent ook nieuwe handlijst in hetzelfde teakhout, dus ook die er af.  Bleek niet geschroefd, maar vastgebout, waarbij de moertjes zijn ingelameerd in de vluchtheuveltjes waar de handlijst op rust.
IMG_0236

Welk vulmateriaal in die vluchtheuveltjes zit, weet ik op dit moment nog niet, maar duidelijk is wel dat van de zestien en zeker vier contramoertjes loszitten en meedraaien . Er zit dus niets anders op dan uitboren, openhalen,  moertjes opnieuw inlameren en weer afvullen met epoxy.  Pas daarna kan ik de vluchtheuveltjes schilderen. Pas na het schilderen kan dan de nieuwe handlijst er weer op. Niks zomaar een handlijstje vervangen, maar eerst een boel meer werk en dus tijd.

Vermoedelijk is het vulmateriaal hetzelfde muffe hout als ik aantrof in de driehoekige bakjes onder het potdeksel op de kont. In de kajuit zitten dezelfde vluchtheuveltjes, maar dan op zijn kop. Ik trok me er een keertje aan omhoog, en de lijst kwam met schroef en al uit het plafond zetten. Nu meteen gelegenheid om dat ook te repareren.

Het goede is wel dat ik alle zaken die ik ooit noteerde om aan te pakken, nu ook daadwerkelijk oppak. Dat zijn ook zaken die bij de keuring, negen jaar geleden, aan het licht kwamen. De bedoeling is dat ik straks, als ik over enkele maanden klaar ben, werkelijk gerust kan zijn op waterdichtheid, en weer voor de dag kan komen met een schoon en gedegen schip.

Overigens heb ik het hout voor de voet- en handlijsten gekocht bij DKS in Hardinxveld-Giessendam. De kwaliteit ervan is zeer hoog, met een dichte nerf. Werkelijk prachtig hout, zeker geen tuinmeubelenkwaliteit, tegen een zeer schappelijke prijs (hoewel teak natuurlijk schreeuwend duur blijft).

Houtwerk

IMG_0468Het werd tijd voor een nieuw potdeksel. Niet alleen de voetlijst in beide gangboorden, maar ook het (lastiger te maken) deel op de kont, dat zowel een verticale als een horizontale boog kent. Deze voetlijst op de kont (taffrail in het Engels) is bij Jeremy Rogers (bouwer van de Contessa 32) te bestellen tegen een bedrag van bijna 500 Britse Ponden. Voor dat bedrag wilde ik het zelf wel proberen te maken, en da’s redelijk gelukt. Voor 110 Euro aan hout en lijm (en bij elkaar een dag werk) heb ik er met veel voldoening een in elkaar gezet. Nu nog passend maken op de lijsten aan beide boorden, en dat mag niet koud op elkaar maar dient in een bepaald tevoren uitgedacht patroon te gebeuren, dat er ongeveer zo uitziet:
OntwerpVoetlijst

Naar Vlieland

Wouter en ik hadden al lang het plan plan om vanaf de thuishaven Rotterdam buitenom naar Vlieland te varen. Op maandag 2 september was het zover. Rond 10:00 de Parksluis uit, op naar IJmuiden. De westenwind op de kop verhinderde ons zeilen op de Nieuwe Waterweg (wat ik normaal graag doe), dus de zeiltje hesen we pas bij de Noorderpier van Hoek van Holland. Met een prachtig zoet windje en een warme zon kabbelden we richting IJmuiden. De totale afstand bedraagt zo’n 50 mijl. Ik reken vaak met een gemiddelde snelheid van 4,5 knoop, dus komen we op 11 vaaruren uit. In de praktijk blijken we er door het later op de dag tegenstaande tij 15 uur over te doen. In het donker Marina IJmuiden binnengelopen, en om het tij de volgende dag weer gunstig te hebben er ook in het donker weer uit na een korte nachtrust.

Half 6 de haven van IJmuiden uit, op naar Vlieland. Ook nu was het met deze wind en stroom bijna krassen op de kaart. Uiteindelijk toch Vlieland bereikt na een uur of 11.

IMG_0579

Terug zouden we het anders gaan doen, niet in twee maar in vier etappes: Vlieland – Oudeschild – IJmuiden – Scheveningen – Rotterdam. Dat beviel uiteindelijk veel en veel beter, omdat je dan ongeveer 6 uur vaart en als je gunstig plant het tij in elk geval niet tegen hebt.

Het mooiste deel van de terugtocht was de etappe Vlieland – Oudeschild door het Molengat (tegenwoordig is dat geen formeel vaarwater meer, in 2012 lag er nog laterale betonning, nu enkele gele markeringen). Met de NW-wind schuin op de kont voeren we het steeds nauwer wordende steegje tegemoet. Voor ons lagen enkele grotere schepen te wachten voor de inloop van het Molengat, misschien wel met twijfel of ze met de dikke windkracht 5 die er nu staat het gat willen induiken. Wij passeren ze. Ondertussen zijn de golven groter geworden en de wind harder, waardoor de andere schepen in een dansend ritme in de kuilen van de golven zakken en uit het zicht verdwijnen. Alleen de masttoppen blijven in beeld. De andere schepen wachten eerst nog even, maar als ze na een minuut of tien zien dat wij ver genoeg het gat zijn ingedoken, volgen zij ons.

Ik zeg Wouter zijn lifeline vast te maken aan een oog in de kuip, en haal het extra stevige board van betonplex uit de bakskist, om de inloop dicht te maken voor het geval een breker straks de kuip in spoelt. Ik kan me namelijk nog herinneren dat ik met broer en drie zussen in een gehuurde Bavaria 43 precies hier bij de Noordelijke inloop van het Molengat achterom keek omdat ik een sissend geluid hoorde, en vervolgens een staande golf van twee meter op ons af zag komen rollen. “Niet schrikken, kont dwars op de golven houden,” kon ik nog net zeggen, en toen gebeurde het. Ondanks het behoorlijke hoge vrijboord stroomde er een bak water in de kuip, de kont werd opgetild, het schip werd even stuurloos, en onder ons door schoof een massa grijs water met luid geraas. De boot maakte behoorlijk slagzij, eerst langs bak, daarna langs stuur, en kwam langzaamaan weer stabiel te liggen op de wind. De kuip lag inmiddels vol met zand en schelpen. Binnen was de vloer flink nat.

Dat wilde ik niet nog ’s meemaken met mijn veel lager op het water liggende Contessa. Dus een dikke plaat voor de inloop, en beiden goed gezekerd aan een lijn, en reddingsvest om. Aan de helmstok bleef ik vooruitkijken, niet achteruit (je moet de zee niet uitdagen :-), en op gevoel corrigeerde ik de bewegingen die het schip maakte door de flinke achterop komende golven. Precies in het smalste deel van het Molengat waren de golven het krachtigst, en kwam er een tegenliggend visserschip met uitgeboomde netten aan. Achterop aanzwellende golven, aan stuurboord het harde zand van Noorderhaaks, aan bakboord het strand en voor ons de bomen van een visserman, terwijl scherp sturen met deze zeegang onmogelijk was. We hebben zoveel mogelijk de hoge kant opgezocht, de passage verliep uiteindelijk goed, en na de visserman een wederzijdse groet te hebben gebracht draaiden we gestaag over bakboord onder Texel door, steeds hoger aan de wind in het  bijna vlakke water van de opper. Tijd voor Wouter om de aardappels op het vuur te gaan zetten. Ik voer in mijn eentje de haven van Oudeschild binnen, en tegen de tijd dat ik vastmaakte aan de steiger klonk het van onder af: ” Aan tafel!”

Zeeland rules

IMG_0488Zeeland blijft prachtig. Mooi genoeg om er langer te blijven. Dat ligt niet alleen aan de pracht van het landschap maar ook aan de harde wind die nu waait (29 knopen in de haven, dus op open water komen daar nog wel een paar knoopjes bij) en die mij noopt binnen te blijven, veilig in de haven van Middelharnis. Fijne en veilige haven, die mij letterlijk vaste grond geeft. De waterhoogte varieert er, niet zozeer door de op- of afwaai (wat ik eerst veronderstelde), maar door het getij. De rivier Het Spui zorgt voor schommelingen van enkele decimeters. Vandaag was dat verschil extreem hoog en had ik 1,4 meter waterdiepte terwijl mijn kiel 1,75 steekt. Dat betekent dat ik voortdurend in de prut zat te steken. Inmiddels is de de diepte weer 1,80 dus ik lig vrij.

Tijd voor wat boodschappen. Vanochtend bij Neutmast (zeer vriendelijk geholpen) een mooie doorlopende schoot gekocht van 25 meter, ter vervanging van de oude schoten waar snapshackles aan gemonteerd zijn. Die zijn handig voor een spinnaker, maar ongeschikt als fokkeschoot. Je moet je niet voorstellen wat er gebeurt als dat RVS-beslag tegen je hoofd aanwappert. Meteen een schackle-loop meegenomen. Dat is een klein en dun touwtje van zeer sterk materiaal (dyneema) met een zichzelf borgende sluiting, te gebruiken om schoothoek van het zeil vast te maken aan de schoot. Kan een continue belasting hebben van 1000 kilo. De nieuwe schoot van 12 millimeter kan 2900 kilo aan. Sterk genoeg lijkt mij (aan twee lijntjes zou ik mijn hele schip kunnen optillen).

Middelharnis is ook een relatief goedkope haven. Elf euro voor een nachtje met daarbij onbeperkt douchen en stroom afnemen, veel goede winkels op loopafstand, en veel, heel veel rust. Dat geeft mij de gelegenheid voor wederom allerlei klusjes. Nog ruim een week te gaan, en dan weer terug naar de thuishaven.

Ik denk er over om die laatste paar dagen van deze zeilperiode Scheveningen aan te doe. Ook dat is een haven aan de kant waarvan ik menig keer me stond te verlekkeren op de voorbijkomende of afgemeerde scheepjes, en straks lig ik er zelf.

Het is een van de thema’s van dit reisje, die omkering van kijken naar bekeken worden, van passief naar actief, van toeschouwer naar deelnemer, van denken en dromen naar doen en beleven. Al weken vertoef ik de deze uiterst kleine ruimte, waaraan ik inmiddels zo gewend ben dat ie groot is, groot genoeg voor mij. Alle rondingen en ruimtes van deze kleine boot ken ik ondertussen. Niet alleen beweeg ik me in deze kleine ruimte, maar deze ruimte beweegt zich ook door het landschap. Voorheen keek ik het landschap waar een dergelijk scheepje in voorbijtrok, nu ben ik zelf dat landschap voor anderen, begeef ik me nu aan de andere zijde en zijn het andere mensen die mij aan de steiger zien liggen of voorbij zien zeilen. Dat gaat regelmatig samen met complimenten, opgestoken duimen, of uitbundig gezwaai naar dit ranke smalle en in een afwijkende kleur geschilderd scheepje.

Verder Zeeland in

IMG_0590Yerseke werd de bestemming, maar het werd uiteindelijk het meest oostelijke deel van de Oosterschelde, zeer dichtbij de Bergsediepsluis. Op de kaart had dat altijd al iets onderzoekwaardigs. Net als in de Schelphoek zouden daar drie meerboeitjes moeten liggen. Het plan was er te overnachten. Vanuit Zierikzee te laat vertrokken om nog onder de Zeelanbrug door te kunnen. Hoogte was 13.90, zo gaf de peilschaal aan, maar met een 13.50 hoge mast en een flinke deining besloot ik de brugbediening af te wachten. Alsof de brugwachter op mij had zitten wachten: precies op het moment dat er voor kwam liggen, gingen de bomen dicht, brug open, en kreeg ik groen. Slechts het tijdverlies van één rondje keren voor ik er echt onderdoor kon. Mazzel voor iemand die een paar weken zeiltijd heeft, beschikt over alle tijd van de wereld en daarom totaal geen haast heeft.
Daarna door het Brabants Vaarwater langs Yerseke het Tholense Gat in, Tholens volens. Daar lagen ze, de meerboeitjes, inderdaad drie op een rij. Ankerlijntje door het voorste kluisgat, helemaal buitenom geleid naar de kont van het schip is voor een solozeiler de makkelijkste manier om een boei op te pikken. Lijn staand vanuit de kuip door het oog, terugleiden naar de kop en beleggen. Kind kan de was doen. Maar met een westelijke wind wist ik dat dat stuiteren op de deining kon betekenen, en stuiteren werd het. Na enkele uren was ik het zat en besloot ik binnen de pieren te gaan liggen van de Bersediepsluis. Heerlijk vlak water vond ik langszij een sportvissersboot. In dat merkwaardige Tholense haventje heb ik welgeteld één man gezien. Totaal uitgestorven. Voor de pleziervaart is niets ingericht. In het halve etmaal dat ik er lag heb ik niet één schip door de sluis zien komen.
Ik houd wel van dat soort vreemde haventjes en ik geef niet zoveel om de voorzieningen van de megahavens als Port Zélande.

IMG_0498

De dag erna heb ik met windkracht 3 tot 4 een prachtig stuk gezeild, terug langs Yerseke, door het Brabantsche Vaarwater met aan beide zijden droogvallende vlaktes, vervolgens het Keeten, Mastgat en Zijpe en naar binnen bij Bruinisse. Daar diesel ingenomen en enkele ‘primaire levensmiddelen’ gehaald (en hypocriet ben ik wel, eerst schelden op die megahavens maar er wel je voordeel mee doen). Vanuit Bru direct weer zeil gezet naar de Stampersplaat. Mijn scheepje liep zo heerlijk, dat ik eerst een extra rondje Grevelingen wilde doen, maar vermoeidheid en de gedachte aan mooiste ligplaatsjes die mogelijk aan het einde van de dag bezet zijn, maakten dat ik nu toch maar ging aanleggen.
Sinds mijn vertrek heb ik alleen maar prachtig weer gehad, zo ook vandaag, kijk maar:

IMG_0499

Terug in Zeeland

Via Nieuwpoort terug naar de Roompot. Eerst naar binnen om in Kamperland (Sophiahaven) proviand in te slaan. In mijn geval gaat dat in eerste instantie om wijn en whisky ;-). O ja, en om brood, beleg enzo… Daarna terug naar de Roompotsluis om aan de buitenkant te overnachten, maar na een minuut stuiteren aan lagerwal besloot ik maar aan de binnenzijde te gaan liggen. Die rust aan de binnenkant had zijn effect op de verdere planning. In plaats van een jachtig gevoel dat ik binnen beperkte tijd van nog 3 weken allerlei plekken moet aandoen, kwam er een rust over mij dat dagenlang verwaaid of voor anker liggen ook zalig is. Daaraan toegevend besloot ik een dag later in Zierikzee wat extra proviand in te slaan en voor anker te gaan in de Schelphoek, nabij Burghsluis. En daar lig ik drie dagen later nog steeds. In alle rust. Ik lees wat, maar niet veel, mijn kacheltje snort voldoende warmte in de kajuit, genoeg om in mijn blote reet rond te rommelen en allerlei klusjes te doen; ik luister wat naar de radio, en repareer allerlei kleine defectjes; ik maak een compleet andere indeling van de bergruimten aan boord, poets wat vlekken in de kuiprand weg, maak een mooie hijsonstructie voor de ankerbal, en evenzo voor mijn grote ankerlicht op olie (dat geloof ik wel 20 uur brandt op een vol tankje). Verder heb ik internet op mijn iPhone, en de iPad die ik van Saskia (mee)kreeg is fabeltastisch.
Navigeren gaat op dat mooie grote scherpe en heldere scherm trouwens voorbeeldig. Echt een geweldig apparaat. Enige nadeel was dat laden vanaf de boordaccu van 12 Volt niet lukt. De oplossing was een simpele omvormer (tip van Wouter) en hoppekee, alle lichte electrische apparaten kun je gebruiken (zoals batterijlader, iphone). Dat kon ook op 12 volt, maar met die omvormer op 230 Volt gaat dat allemaal veeel sneller, terwijl de boordaccu er niet veel voor hoeft in te leveren. Een geweldige oplossing.

Goed, Zeeland lig ik dus, en ik moet beslissen wat de volgende bestemming wordt. Net als eerst Zierikzee staat nu Yerseke nog op een lijstje van stille verlangens van ooit. Niks bijzonders voor velen, maar ik weet nog dat ik in de tijd dat ik mijn Contessa nog niet had, bij allerlei havens stond te mijmeren, verlangend naar er op eigen kiel eens binnen te lopen. Dat gold voor Ramsgate ook. In zekere zin ben ik oude verlangens aan het vervullen. Dat ten anker liggen op een regenachtige dag is krek hetzelfde.

IMG_0513

Ramsgate

Mijn vertrek uit Zuidland is al meer dan een week geleden. Dinsdag 3 mei vertrok ik vanaf de werf van Jan Vink (aan het Spui) naar de 2 km verder gelegen jachthaven Blinckvliet. Dat schoot lekker op ;-) Volgende dag naar Zierikzee, waar het goed liggen was, zij het drie lagen dik. Daar stapte Wouter aan boord. Doel was zeilen naar Ramsgate heen en terug. Bij gebrek aan (voldoende) wind kwam er niets van zeilen en ging de motor elf uur lang aan.

Vanuit Ramsgate heb ik de trein gepakt naar Londen waar Lawrence en Chiara mij getrakteerd hebben op een warm welkom met heerlijke lasagna en pizza.
De volgende ochtend terug naar mijn scheepje, met brood, wijn en wat er van de pizza’s over was. Wederom een koningsmaal.

Omzwervingen mei 2011

Begin mei 2011 vertrek ik met mijn Contessa 32 voor minimaal vier weken. De bestemming kan variëren van verwaaid liggen op de Zeeuwse wateren, scharrelen langs de Engelse oostkust, tot de Ierse zee of het Caledonian Canal. Ik zie wel waar de wind mij brengt en hoe mijn pet dan staat.

Het doel is eigenlijk niet eens om ergens te komen. Ik wil langere tijd alleen zijn met mijn kleine scheepje in een fijn water. Voor anker gaan, ergens in een stille hoek. En een paar dagen achtereen op zo’n plek bivakkeren, met zat eten en drinken (ik houd van het leven hoor), een kacheltje op petroleum voor de koude avonden, een ankerlichtje op petroleum (om de accu te sparen), veel boeken, een waslijst aan klusjes, een iPhone (voor muziek, 2e navigatie, en nood), en pen en papier.
Ik laat hier nog wel weten hoe het mij vergaat. Eerst ga ik de wal op voor een behandeling van het onderwaterschip. Ook wil ik de afsluiters soepel maken en al het vuil er uitbenen, het roer nalopen, en hier en daar wat osmoseblaasjes wegwerken.

Nieuwpoort – Ramsgate

Augustus 2009 — Met nieuwe zeiltjes, een gereanimeerd dieselmotortje en lekvrije raampjes koos ik het ruime sop. Eerst in de omgeving van de prachtige Zeeuwse wateren om aan het einde van de zomer de oversteek te doen van het Belgische Nieuwpoort naar het Britse Ramsgate.

In de haven van Nieuwpoort stond een lekkere bries. Eenmaal buiten bleek de high aspect niet naar mijn zin te staan op de aandewindse koers. Het achterlijk stond flink te klapperen, wat ik wel kon oplossen door de reguleerlijn wat door te zetten, maar zodra ik overstag ging, schoot die lijn los uit de v-klem in het achterlijk. Dat kon ik alleen oplossen door naar het voordek te gaan en van daaruit de reguleerlijn weer strakker te zetten. Met golven van een meter en in je eentje zeilend niet echt een lekker vooruitzicht. Ik wilde naar Ramsgate, dus besloot ik het anders aan te pakken. Het weerbericht sprak over Zuidwest windkracht 5, later mogelijk 6, en met de opbouwende golven in het verschiet koos ik er voor motorzeilend op alleen grootzeil de oversteek te doen. Op de kaart had ik de waypoints dagen ervoor al uitgezet. Klinkende namen als Buytenratel, Wenduinebank, Zuidstroombank, Ruytingen Noord, Midfalls en Goodwin Knolls gaven kriebels in mijn bloed.
Telkens als ik bij een kardinale ton aankwam, merkte ik dat ik de omgeving en het landschap (eigenlijk zeeschap) er weer anders uit zag. Je zou zeggen dat de zee gewoon zee is, en water gewoon water, maar de zee zag er bij elk waypoint anders uit, met andere kleuren, een andere lichtinval, andere golven, en een anders bewegend scheepje.

Kom jij maar ’s hier
In de buurt van de shipping lanes aan weerszijden van de Sandettiébank groeide de bries uit naar een Zuidwestelijke wind van 28 knopen. Met de wind nog steeds schuin van voren over de druk bevaren Noordzee met golven van inmiddels 4 meter hoog werden schip en ik ingewijd in een van de koppigste en lastigst te bevaren wateren. Door de overkomende golven kreeg ik elke tien seconden een emmer water in mijn gezicht, en elke minuut een badkuip over me heen. Toen ik even mijn evenwicht verloor, schopte ik per ongeluk een onderdeel van de stuurautomaat kapot. Vanaf dat moment kon ik de helmstok niet meer loslaten. Alsof het nog niet genoeg was werden we even later door een woeste golf opgetild, een tweede zette ons dwars opzij, en de derde golf (kom jij maar ’s hier) omarmde mijn fragiele scheepje met donderend geraas. Twee voorraadkastjes aan bakboordzijde sprongen open waarvan de inhoud op de kajuitvloer kletterde, inclusief een grote fles olijfolie die openbrak en leegliep. De olie vermengde zich met etenswaren en losse kleding die uit een andere kast was gevallen. Een half uur verder was mijn kajuit door de dollende zee veranderd in een brij van olie, kleding en etenswaren. Opruimen was er niet bij omdat ik door een defecte stuurautomaat vastgekluisterd zat aan mijn helmstok.

Na een kwartier (het kan ook een half uur geweest zijn of twee minuten, want het besef van tijd verloor ik langzaamaan) dacht ik dat de kracht van de wind wel verminderd zou zijn, maar toen ik op de windmeter keek, zaten we aan 30 knopen. Twee minuten later (maar het kan ook een half uur zijn geweest) dacht ik dat de wind écht minder werd, maar een blik op de meter wees uit dat de windsnelheid was opgelopen naar 32 knopen. De wind bleef rond 33 knopen, en ik besefte dat als ik nu iets zou oplopen – een gebroken pols, misselijkheid, zeeziekte, een hersenschudding – ik werkelijk in de problemen zou zijn. Een diep doorvoelde kwetsbaarheid en nietigheid overmande mij… en ik genoot er van. Mijn scheepje zwierde elegant over de golven, die langer werden, minder piekerig, waardoor de zee gemakkelijker werd, ondanks de toegenomen wind. En ik zag hoe zeewaardig mijn kleine Contessa 32 eigenlijk was, zeewaardiger dan ik. In plaats van tegen de elementen in te werken, slaagde ik er in mee te gaan in de bewegingen van de zee. Met steeds minder herstellingen en steeds minder verlies van energie bewoog mijn lichaam mee met mijn scheepje. De zee leidde mijn schip, mijn schip leidde mij, en zodra ik dat door had, verdween de zorg, smolt de tijd, en bestonden verleden en toekomst niet meer. Het enige dat ik ervoer, was het hier en het nu. Elke beweging van mijn schip begreep ik, elke golf werd een vriend, elke seconde was ik bewust, en de zee werd een prachtige, oneindig grote aaneenschakeling van ritme en kleur. Totdat ik besefte dat ik heel erg moest plassen. In een flits dacht ik: laat alles maar lopen… Toch zocht ik een kannetje aan de hekstoel, en na zeker een kwartier tobben met mijn kleding kon ik zittend op de kuipbank met de helmstok in mijn knieholte mijn plas doen. Helemaal vlekkeloos verliep dat niet.

Wachten op meer water
Bij het bereiken van boei Midfalls, nam ik contact op met de kustwacht om te vragen naar nieuwe weersvoorspellingen. De aanloop van Ramsgate bleek geen probleem, maar nog onder de invloed van de hypnose van de zee, sprak ik in hardop tegen mezelf en moest ik mijn best doen te beseffen aan welke kant ik ook alweer een Oost-kardinaal moest passeren. In de verte kon ik de kust van Ramsgate al zien. De wind blies nog steeds een zeer constante 33 knopen, maar omdat ik in de relatieve luwte van de zuidwestelijke landbult kwam, werd de zee wat vlakker (of was het te danken aan dat ik steeds meer gewend raakte aan de zee).

Doorweekt en uitgeput bereikte ik de aanloop van Ramsgate. De haven kon ik door mijn diepgang niet meteen binnenlopen. Een zeer beleefde en prettig sprekende havenmeester gaf aan dat we over ongeveer 30 minuten de haven konden binnenlopen in de lijn tussen de groene boei aan stuurboord en het westelijke havenhoofd. Andere schepen die lagen te wachten konden met hun geringere diepgang veel eerder naar binnen, waaronder zelfs een 40-voeter, maar mijn Contessa steekt bijna 1 meter 80 diep. Als laatste van de groep schoof ik naar binnen, de veilige haven in. Op aanwijzingen van de havenmeester die mijn diepgang over de marifoon had opgevraagd, kroop ik een box in, maar halverwege raakte mijn kiel de grond. Moe en geërgerd besloot ik langszij een ander, groter schip af te meren.

Na de moddervette kajuit te hebben schoongemaakt, nam ik een borrel. En nog een. Het was inmiddels donker geworden, en terwijl de wind door de stagen van de omringende schepen gierde, viel ik in een diepe slaap die minstens 14 uur zou duren.

Vanuit Ramsgate heb ik per trein mijn zoon bezocht in Londen. Twee dagen later terug over zee naar Nieuwpoort. Ongelofelijk lekker en comfortabel gezeild. Stuurautomaat had ik inmiddels gerepareerd, en met een dikke Vier schuin achter en een stevige bulletalie koerste ik op huis aan: Noordzee, nabij Goodwin Knolls, en nabij Sendettie Bank.

Nawoord
Nu nog droom ik regelmatig van die reis en zie ik de zee van toen zeer helder voor me. Dit jaar (2011) wil ik diezelfde oversteek maken, maar dan met rustiger weer en een betere zeilvoering. Ik heb er voor gekozen om niet meer vrijwillig naar buiten te gaan bij windkracht 5 of meer. Als het moet of als het mij onderweg overkomt, ok, dan weet ik wat het is en hoe mijn scheepje zich gedraagt, maar 33 knopen op de Noordzee geeft toch een wat al te knobbelig zeetje.
Achteraf blijk ik me vergist te hebben in de golfhoogte. Die moet met die wind tussen 4 en 5,5 meter zijn geweest. Ik kwam vlak bij de Sandettié een visser tegen die van geen wijken wist. Ik koos er toen maar voor om overstag te gaan, en even later weer. Als we allebei in een golfdal zaten, konden we elkaar niet zien. Kermis op zee.

Drie jaar later maak ik dezelfde oversteek. Dan ziet het hele stuk tussen Ramsgate en Nieuwpoort (zie je in de verte aan de horizon) er zo uit:

IMG_0467